Er komt als ondernemer zijnde ieder jaar nogal wat op u af na Prinsjesdag. Van Luin heeft de tien belangrijkste veranderingen op een rijtje gezet. Let wel, dit is het voorstel van het kabinet en moet nog worden goedgekeurd door de Tweede en Eerste Kamer.
1. Lagere energierekening
De afgelopen tijd waren we natuurlijk het meest in de ban van de energie- en gasprijzen. In 2023 zal er een energieplafond gelden voor particulieren. Dit houdt in dat er een tijdelijk maximum bedrag komt op de gas- en elektratarieven met als doel om het betalen van de rekeningen haalbaar en realistisch te houden. Voor een deel van het MKB wil het kabinet ook een tijdelijk prijsplafond voor energieprijzen gaan invoeren. Tevens wordt er nagedacht over een speciale subsidieregeling voor de energiekosten voor het energie-intensieve MKB (zoals bakkers, tuincentra en sauna’s). Of en wanneer het tijdelijk prijsplafond wordt ingevoerd, is nog niet duidelijk. Er wordt gesproken over 1 januari 2023 met een mogelijke tussenvariant van het prijsplafond vanaf 1 november.
2. Stijging minimumloon
Niet alleen de energieprijzen zijn veel gestegen, maar ook wekelijkse uitgaven zoals boodschappen zijn duurder geworden. Om de koopkracht te verbeteren wordt het minimumloon verhoogd met ruim 10%. De stijging van het minimumloon heeft vervolgens ook invloed op uitkeringen, zoals de AOW, Wajong en bijstandsuitkeringen. De jaarloonsom die u als ondernemer betaald is tevens bepalend voor diverse verzekeringen. Deze verandering heeft dus zeker invloed op uw totale kosten.
3. Verhoging VPB-tarief in 2023 en schijfgrens
De grens voor het lage tarief in de vennootschapsbelasting wordt verlaagd van € 395.000 winst naar €200.000. Het lage tarief stijgt van 15% naar 19%. Vanaf een winst van € 200.000 wordt het hoge tarief betaald. Deze stijgt van 25% naar 25,8%. Dit betekent gemiddeld meer belasting voor bedrijven omdat dus eerder het hogere tarief wordt betaald.
4. DGA’s gaan meer belasting betalen
Directeur-grootaandeelhouders (DGA’s) gaan meer belasting betalen doordat het doelmatigheidsmarge gebruikelijk loon in 2023 wordt afgeschaft. Hierdoor zal hun loon hoger worden vastgesteld, waardoor de belasting ook zal toenemen. Verwacht wordt dat deze maatregel ongeveer € 540 miljoen oplevert. Deze maatregel heeft als doel om de verschillen in belastingdruk tussen werknemers en ondernemers te verkleinen.
5. Belastingtarief box 3 omhoog
Het belastingtarief in box 3 (vermogensrendementsheffing) is nu 31%, maar wordt jaarlijks met 1% verhoogd tot 34% in 2025.
6. Invoering progressief tarief in box 2
In box 2 is het inkomen belast van houders van een aanmerkelijk belang in een onderneming. Momenteel kent box 2 één tarief van 26,9%. In 2023 zal box 2 gaan bestaan uit twee schijven en dus twee tarieven. Het inkomen uit aanmerkelijk belang (ab) tot en met € 67.000 zal onder een tarief van 24,5% vallen. Alles boven dit bedrag valt onder een tarief van 31%. DGA’s kunnen zich bij deze wijzigingen afvragen of het fiscaal voordeliger is om te kiezen voor een salarisverhoging of voor een dividenduitkering.
7. Reiskostenvergoeding
Het kabinet stelt voor om vanaf 1 januari 2023 de belastingvrije reiskostenvergoeding van €0,19 per kilometer te verhogen naar € 0,21 per kilometer en naar € 0,23 per kilometer per 1 januari 2024. De directe oorzaak voor de verhoging zijn de stijgende brandstofprijzen en energiekosten. De reiskostenvergoeding geldt voor werknemers in loondienst en voor ondernemers voor de inkomstenbelasting. Werkgevers kunnen werknemers vanaf januari hierin dus meer tegemoet komen.
8. Korting collectieve zorgverzekering verdwijnt
Vanaf 2023 mogen zorgverzekeraars geen collectiviteitskorting meer geven op de basisverzekering. Nu is dat nog maximaal 5%, wat in de praktijk neerkomt op zo’n € 7 per maand. Zo’n tweederde van alle Nederlanders heeft een collectieve zorgverzekering. De korting op aanvullende verzekeringen mogen zorgverzekeraars wel nog steeds geven.
9. Wet toekomst pensioenen
Als de Tweede en Eerste Kamer akkoord gaan, wijzigt ons pensioenstelsel vanaf 1 januari 2023. Dit betekent dat alle pensioenregelingen in Nederland dan moeten worden aangepast. In het pensioenakkoord is afgesproken dat sociale partners en pensioenuitvoerders vier jaar de tijd krijgen om pensioenregelingen aan te passen aan de nieuwe wetgeving. Het streven is zo veel als mogelijk per 1 januari 2026 of eerder over te stappen naar het nieuwe stelsel waarbij de uiterste datum van 1 januari 2027 wordt gehanteerd.
10. Vrije ruimte WKR stijgt per 2023 naar 1,92%
De inflatie is fors toegenomen. Daardoor zijn vergoedingen en verstrekkingen aan werknemers duurder dan voorheen, terwijl de loonsom (en daarmee de vrije ruimte) met minder is toegenomen. Vooral bij organisaties met weinig werknemers of met werknemers met lagere lonen zal de vrije ruimte daardoor niet altijd voldoende zijn. Om werkgevers tegemoet te komen, stelt het kabinet voor om de vrije ruimte over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom te verhogen met 0,22 procentpunt. Ook alle overige werkgevers kunnen van de verhoging profiteren. De vrije ruimte is in 2023 dan 1,92% over de eerste € 400.000 van de fiscale loonsom, en over het meerdere 1,18%.